Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
Cd James Brandon Lewis - 'An UnRuly Manifesto' (Relative Pitch, 2019) Of het nu is met z'n trio, in duo met Chad Taylor of met poëzie- & muziekcollectief Heroes Are Gang Leaders, het universum van saxofonist James Brandon Lewis is er eentje dat in het teken staat van exploratie en zelfontplooiing. Dat wordt nu verdergezet met 'An UnRuly Manifesto', dat zich openbaart als een lange ode aan de vastberadenheid en de zoektocht naar artistieke integriteit. Visie, materiaal en het juiste volk bij elkaar leiden tot een nieuw hoogtepunt in Lewis' niet langer te negeren discografie. 'Unruly' betekent onder meer ongebonden, vrijgevochten en tegendraads. Tegelijkertijd wil 'An UnRuly Manifesto' ook een ode zijn aan Charlie Haden, Ornette Coleman en het surrealisme. Heel wat dingen bij elkaar dus, al krijgt het hier vorm in een statement dat zoveel meer is dan een brallend visitekaartje of overambitieuze opruiende cocktail. Vanaf krappe opener 'Year 59: Insurgent Imagination' beland je in een warmbloedige suite, eentje die een paar keer onderbroken wordt voor een paar compacte, soulvolle pijlers, die fungeren als doorgeefluik voor de langere stukken, waarvan er eigenlijk maar vijf zijn. Daardoor is 'An UnRuly Manifesto' een vetvrij album dat nooit riskeert in elkaar te zakken. Vanaf het titelnummer, een mantra-achtig stuk van het soort dat gaandeweg een verschroeiende intensiteit ontwikkelt, kom je terecht in een omgeving die James Brandon Lewis' stempel ademt. Er zit namelijk een warmbloedige, spiritueel getinte verhevenheid in, eentje die meedobbert op die trage cadans van de ritmesectie (bassist Luke Stewart, drummer Warren Trae Crudup III), die aangevuld wordt met gitarist Anthony Pirog. Tegenover Lewis staat dan weer trompettiste Jaimie Branch, die de ideale sparringpartner blijkt en de leider mee aanzet tot een emotioneel intense climax die Lewis' sterktes (die typische intervallen, melodische flarden, zangerige klank, ijzeren discipline) uitspeelt. Eerder statig dan opruiend, maar niettemin met een verzengende intensiteit. Vervolgens krijg je een aantal verschillende gedaantes van de leider en de band te zien. In 'Sir Real Denard' krijg je strakke funk voor de voeten geworpen, met Pirog die er gesjeesde effecten in mag rondstrooien en Stewart die lekker loos kan gaan op de elektrische bas. Branch zorgt voor abstracte, breed uitgesmeerde klankeffecten, terwijl Lewis autoritair scheurt over de woelige ritmesectie. Er zit een frenetische energie in die tot het uiterste gedreven wordt in het robuust botsende 'Escape Nostalgic Prisons', vermoedelijk een oproep om meer te doen dan slaafs in het verleden te blijven hangen. Hier is het een turbulente combinatie van salvo's, atonale accenten en woelige interactie op het scherp van de snede. Knetterende elektriciteit, al is de band minstens zo indrukwekkend wanneer er niet zo hard op dat gaspedaal geduwd wordt. Ballade 'The Eleventh Hour' start met zachtjes opwarmende basgitaar en aanzwellende gitaar, die een motiefje aanhoudt dat het mooie thema van tenorsax en trompet aankondigt. Het is het begin van een dromerige beweging met een expressieve solo van Branch, die het stokje naadloos doorgeeft aan Lewis, die al even diep tast met een solo die in de roots duikt. Net als in het titelnummer is de geest van Coltrane nooit veraf. Ook 'Haden Is Beauty' is een hoogtepunt, met een contrabasintro die meteen in de hymnetraditie duikt die Haden zo dierbaar was. De drummer zorgt voor een vieve puls, maar de compositie blijft hangen in een majestueuze statigheid, met een gitaarsolo die even herinnert aan het meest lyrische werk van Sonny Sharrock, terwijl de ritmesectie ronkt in de achtergrond en de blazers commentaar blijven leveren als een eensgezind koor. Het bevestigt enkel nog de indrukken die 'An UnRuly Manifesto' eerder al bundelde: dit is uitgesproken hedendaagse muziek die verder bouwt op de traditie(s). Het is muziek die kracht én lyriek virtuoos in evenwicht houdt, en dat door een combinatie van sterke thema's, individuele hoogstandjes en een collectieve spirit die ervan afspat. Een manifest dat pakkende schoonheid, vette groove en momenten van extase in evenwicht houdt en zo uitgroeit tot een hoogtepunt voor 2019. Op vrijdag 12 juli staat het James Brandon Lewis UnRuly Quintet in de Yenisei tijdens het North Sea Jazz Festival. Klik hier om het album te beluisteren. Foto: Cees van de Ven | Deze recensie verscheen ook op Enola.be Labels: cd (Guy Peters, 15.6.19) - - [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams
Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |