Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
Cd Dan Weiss - 'Starebaby' (Pi Recordings, 2018) Componist en drummer Dan Weiss is een opvallende verschijning aan het New Yorkse jazzfront. De twee albums met zijn trio, 'Now Yes When' uit 2006 en 'Timshel' uit 2011, werden geprezen door de pers en als componist maakte hij naam met 'Fourteen', uit 2014, waarvoor hij een bigband met 14 musici samenstelde en 'Sixteen: Drummers Suite' van twee jaar later, waarvoor hij zijn orkest nog iets verder uitbreidde met collega's uit de New Yorkse jazzwereld. Inmiddels heeft Weiss weer een stap gezet en een kwintet geformeerd. Een idee waar hij naar eigen zeggen al een decennium mee rondloopt. Het lijstje afgaand wordt direct duidelijk dat dit geen doorsnee jazzkwintet is, maar dat de drummer ook hier grenzen overschrijdt. Nu kennen we dat van Weiss: hij zat ooit in de doommetalband Bloody Panda en studeerde tabla bij Pandit Samir Chatterjee, om maar eens twee uitersten te noemen. Voor 'Starebaby' trommelde hij allereerst toetsenisten Matt Mitchell en Craig Taborn op, die hier meer achter de synthesizer en de Fender Rhodes te vinden zijn dan achter de piano. Verder vroeg hij gitarist Ben Monder en bassist Trevor Dunn, die beiden eveneens een stevig geluid kunnen neerzetten. We worden dan ook direct in 'A Puncher’s Chance' getrakteerd op muziek waar jazz en rock een vruchtbare relatie aangaan. Weiss' achtergrond als drummer horen we overduidelijk in het loodzware, repeterende ritme van 'Depredatation'. Ondersteund door synthesizers leggen Weiss en Dunn hier een stevig tapijt neer, waar Monder een zeer gruizige, verstorende solo overheen legt. De bijna tedere noten van het aansluitende 'Amica' laten een geheel andere kant van het kwintet horen. Het ingetogen ritme en de poëtische melodie maken dat het verschil niet groter had kunnen zijn. Na een vrij lange passage waarin er driftig met pianonoten wordt rondgestrooid (dat zal Taborn wel zijn), kan het kwintet het ook hier echter niet laten om met stevige noten te eindigen. Monder laat weer van zich horen op 'Badalamenti', met een gitaaarsolo die ver buiten de oevers treedt, geflankeerd door een creatief drummende Weiss. In 'Cry Box' doet het kwintet er nog een schepje bovenop. Met Dunn en Monder voorop trekt het kwintet hier een loodzware geluidsmuur op. Rockhaters kunnen nu beter benen maken! Maar vergis u niet, Weiss betoont zich ook op 'Starebaby' - net als op 'Fourteen' en 'Sixteen: Drummers Suite' - een componist van formaat. Het kwintet mag dan soms alle registers open trekken, het gaat nooit ten koste van de structuur. Qua compositie gooien de twee langste stukken de hoogste ogen: 'The Memory Of My Memory' en 'Episode 8'. Het eerste stuk begint als een melodieuze ballad, maar rond de vierde minuut sluipt er iets onheilspellends in. Dunns bas klinkt hier als een cirkelzaag. Het blijkt de opmaat tot een destructieve passage, waarin onder leiding van Weiss' slopende slagen alles in beweging komt. Het afsluitende 'Epsisode 8' gaat al direct onstuimig van start met een solo van Weiss. Het is de start van een allesverzengend stuk waarin de groep nog één keer alles geeft, en dat is heel, heel veel. Zaterdag 14 juli treedt Dan Weiss met Starebaby op tijdens het North Sea Jazz Festival. Labels: cd (Ben Taffijn, 10.7.18) - - [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams
Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |