Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Cd
Various artists - 'Jazz At The Kurhaus 1953-1954' (Doctor Jazz, 2013)


De stand van zaken in de Nederlandse jazz anno 1953. Zo kun je deze dubbel-cd beschouwen die het tijdschrift Doctor Jazz heeft uitgebracht. Hedendaagse jazz door een aantal prominente solisten, plus 'oude stijl' van de Dixieland Pipers en de Down Town Jazz Band.

Contemporaine jazz, in casu bebop en cool jazz, was in Nederland nog niet zo lang bekend; vóór 1950 werden er hier, in verband met de deviezenbeperkingen, hoegenaamd geen platen uit de Verenigde Staten geïmporteerd. Nochtans kun je vaststellen dat de cool jazz van de West Coast het genre was waaraan onze muzikanten zich committeerden. Significant is wellicht dat de Diamond Five, onze eerste 'echte' bopcombo, in hetzelfde jaar het licht zag.

Dit album is een registratie van twee Jazz at the Kurhaus-concerten. Ik verschreef me al automatisch: inderdaad was de opzet afgekeken van Norman Granz' swingcircus Jazz at the Philharmonic. Dus een lang openingsnummer waarin alle solisten voorgesteld worden, vervolgens een balladmedley met de successieve blazers en een vocaliste, een intermezzo door een combo en een uitgesponnen blues als uitsmijter. Daarbij blijkt al snel dat de muzikanten competent zijn, maar nog helemaal vastzitten aan de Amerikaanse voorbeelden. Slagwerker Tonny Nüsser brengt met zijn assertieve spel de stemming erin – Gene Krupa en Buddy Rich zijn zijn helden. De uitbundige trombonist Hans van Assenderp is schatplichtig aan Bill Harris en trompettist Kees van Dorsser, die een mooie volle sound heeft en een voorbeeldige timing, zou je een Charlie Shaversman kunnen noemen, maar dan minus diens acrobatische toeren in de nok.

De acts worden aaneengepraat door diskjockey Pete Felleman en dat levert beschrijvingen op als "de vocaliste met de verrassende voordracht, de voortreffelijke feeling," waarmee Riedel van Kleef is gekenschetst. Ook Van Kleef koestert haar rolmodellen. In dit geval is dat in de eerste plaats Rita Reys, van wie ze dictie en uitspraak heeft geannexeerd. Daarnaast lijkt ook Lena Horne een voorbeeld. Of ze precies weet waarover ze zingt is de vraag: net als bij de overige Nederlandse vocalisten hier is haar Engels onder de maat.

Pianiste en zangeres Pia Beck leidde in 1953 haar Amerikaanse trio, met Johnny John (echte naam Newell John) op gitaar en Jim Jam (James Martin) op bas. Haar voorbeelden? George Shearing en Nat King Cole. De band slaagt erin binnen acht minuten ronduit verschrikkelijk slordig ('Flying Dutchman') en alleszins acceptabel ('Bop Kiss') te klinken.

Als je de dixieland van de Pipers en de Down Town vergelijkt met hun Amerikaanse voorbeelden, dan moet je vaststellen dat de Nederlanders toch primair een soort houtenklazenballet produceerden. Het is allemaal even recht en saai. Dieptepunt is een vocal van drummer Arie Merkt: puur amateurisme, en dan niet in de gunstige betekenis van het begrip. In de korte battle met Nüsser was hij vóór de pauze al door de mand gevallen – geen articulatie, geen vormgevoel. Slechte danser, ongetwijfeld.

Dé solist van dit album is voor mij violist Frans van Bergen, lid van de Hot Strings van gitarist Huug van der Voort. Qua volume en expressievermogen kan zijn versterkte instrument zich met elke saxofoon meten. En qua vervorming zou je in hem een vroege voorloper van de vrijere jazz van de jaren zestig kunnen zien.

Labels:

(Eddy Determeyer, 29.11.13) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.