Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Cd
Elliott Sharp/Melvin Gibbs/Lucas Niggli – 'Crossing The Waters' (Intakt, 2013)

Opname: maart 2012

Het gerenommeerde Zwitserse Intakt-label kreeg in maart van 2012 twee weken carte blanche in The Stone, de New Yorkse club die al jaren geleid wordt door avant-gardegoeroe John Zorn en intussen is uitgegroeid tot een van de cruciale trekpleisters voor liefhebbers van het vrije werk. Een van die avonden betekende het debuut voor dit trio van gitarist/componist Elliott Sharp, bassist Melvin Gibbs en percussionist Lucas Niggli. De dag erna trok het drietal ook de studio in, en de resultaten daarvan zijn te beluisteren op 'Crossing The Waters'.

Het zal niemand verbazen dat je dit moeilijk kan verkopen als een hapklaar improvisatieplaatje. Sharp is al meer dan drie decennia geworteld in de grootstedelijke scene, die aan de lopende band no wave, dissonante rock en atonale improvisatie uitbracht, en verenigt al die impulsen in een direct herkenbare stijl, die schijnbare chaos koppelt aan met wiskundige precisie uitgevoerde patronen en zorgvuldig gemanipuleerde stemmingen. Gibbs speelde nog bij de jazzfunkers van Defunkt, maar ook met John Zorn (op de klassieker 'The Big Gundown' zelfs!), wijlen Sonny Sharrock en zelfs een aantal jaren bij de Rollins Band. Niggli heeft vanzelfsprekend sterkere banden met de Europese traditie, maar je kunt hem bezwaarlijk een doorsnee percussionist noemen. Zijn werk met Steamboat Switzerland of samenwerkingen met Barry Guy behoren tot het betere avontuurlijke werk dat verscheen in de regio. Dat de man intussen al zijn opwachting maakte op een twintigtal (!) releases van het label, zegt voldoende.

'Crossing The Waters' klinkt zo'n beetje als de optelsom van al die achtergronden, maar verbluft hier en daar toch door zijn verschroeiende intensiteit. Vanaf opener 'Kunimasa Now' wordt meteen een trance opgezocht, die het midden houdt tussen atonale grootstadsrock en een tribaal ritueel. Er wordt bij de vleet gerotzooid met effecten, gitaar en bas lijken elkaar voortdurend te willen wurgen en hier en daar neigt Sharp sterker naar de schreeuwerige stijl en sound van Paul Leary (Butthole Surfers) dan Scofield of Metheny. De muziek is donderend én agressief tegelijk, op het scherp van de snee. De cocktailmuziek van de Village Vanguard of de Blue Note Jazz Club is veraf.

Daarna variëren de stukken tussen grillige klaterpartijen en met hoekige ritmes volgestouwde noisy free rock. 'Flow Fever' verenigt de twee: het ene moment ongedurig en schijnbaar zonder focus, maar even later uitpakkend met withete gitaarchaos, die in 'Waving High' het terrein tussen Sharrock, Frith en Eddie Van Halen opzoekt. De zotste effecten vliegen je intussen om de oren, terwijl Niggli op de achtergrond al even divers en gedreven in de weer is. Je zou het album eens moeten beluisteren en je enkel op hem richten. Wat een klepper.

Het beste wordt bewaard tot het laatst, met het tweeluik 'Kayak'/'Forellen'. Het eerste deel is aanvankelijk haast een drone van metalig gerammel en dreigende snarengolven in een sinistere schaduwenwereld. Gaandeweg wordt er meer kleur en variatie toegelaten, maar die onderliggende puls blijft kloppen als een blootgelegde zenuw. Afsluiter 'Forellen' mist die overdonderende power, maar is dan weer een festijn van onbenoembare klanken die op je afgevuurd worden. Een stukje pikzwart, ritualistisch theater, dat ontregelde melodie en bombastisch gehuil, geratel en gerinkel combineert. We hadden het de voorbije jaren eigenlijk zowat gehad met Sharp, maar in het gezelschap van deze twee maakt hij behoorlijk wat indruk. Een straffe plaat, en bij voorkeur op oorverdovend volume, zodat je hem voelt razen.

Labels:

(Guy Peters, 2.10.13) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.