Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
Festival Weer een jaar! Uiteinden, met De Ereprijs, Tin Men And The Telephone, Trio Akase/Bennink/Van Kemenade, zondag 30 december 2012, Grand Theatre, Groningen Tradities dient men met wantrouwen te bezien, zeker in de periode die net achter ons ligt (hèhè). Om de massaal over ons uitgestorte panem et kitsch te ontwijken kun je je nog het best in je bibliotheek terugtrekken, vergezeld van een paar puike patersbiertjes en de complete werken van Tadd Dameron. Doch er is, ook in deze donkere tijden, een traditie die in ere gehouden dient te worden. Zo vlak voor de jaarwisseling pleegt het Groninger Grand Theatre een klein festival, Uiteinden, te presenteren. Deze keer was er kamermuziek in soorten en maten, van De Ereprijs, Tin Men And The Telephone en het trio Akase/Bennink/Van Kemenade. Orkest De Ereprijs oogt als een soort gemuteerde bigband, maar is gespecialiseerd in hedendaagse 'serieuze' muziek. Serieus is het negenluik 'Blood On The Floor' van de Britse componist Mark-Anthony Turnage alleszins. Turnage schreef het in de periode dat hij zijn broer verloor en noemde het naar een schilderij van Francis Bacon – ook al niet moeders vrolijkste. In het vijfde deel, 'Needles', met soli van sopraansaxofonist Michiel van Dijk en gitarist Henk van Rossum, leek eventjes een zonnetje door te breken, maar voor het overige bleef de stemming in mineur. Het Third Stream-werk refereerde slechts vluchtig aan de bigbandcanon. In de contrapuntische partijen bijvoorbeeld, ook binnen één sectie. Daar hoorden we verre, verre echo's van Don Redmans pionierswerk uit de jaren twintig. Maar de moderne mens is een jachtig wezen, dat slechts rust vindt wanneer het zich een minuutje over zijn iPhone kan buigen en zodoende waren Turnages partijen grilliger, mondden ze soms zelfs uit in een pointillistisch krioelen van stemmen. Een delicate fluit rees even boven een massieve klont koper uit, drie sopraansaxofoons en twee fluiten zetten het op een boventoonrijk krijsen dat bijna tandhelende proporties aannam. Daarmee vergeleken was het recital van het trio Takase/Bennink/Van Kemenade een oase van rust en welbehagen. Deze groep heeft het begrip kamerswing een nieuwe inhoud gegeven. Zich baserend op composities van Thelonious Monk en Aki Takase plaatste het combo je op het puntje van je stoel met een soort stugge, kale swing, voortreffelijk samenspel en uitgewogen solo's. In de ballad 'For A.T.' liet Paul van Kemenade horen dat hij thans Neerlands meest lyrisch altsaxofonist is, nu Piet Noordijk niet langer onder ons is. Zou je de muziek van Takase cum suis een verklankte kalligrafie kunnen noemen, wat de Tin Men met het beeldend aspect doen is andere koek. Wat heet: ik vraag me af wat je overhoudt wanneer je de gimmick van de projecties en de computercollages weg zou laten. Met verknipte TomTom-aanwijzingen en dito voetbalverslagen hadden pianist Tony Roes' Men afgelopen jaar bescheiden hits, doch wanneer je die een keertje hebt gehoord weet je het wel. Erroll Garners interpretatie van 'Penthouse Serenade', met het notenschrift dat synchroon met de muziek boven de band opdook, afgewisseld met historische (fake!) boerendansjes werkte nog wel. Ook een ritmische collage van kippen, treinbeelden en landschappen, gecombineerd met een elektronische track en de akoestische verrichtingen van het trio bleef overeind. Maar alles bij elkaar genomen was het gebodene toch te voorspelbaar, te simpel, te melig. Wat meer aleatoriek in het gebruikte materiaal zou wellicht heilzaam uit kunnen pakken. Labels: festival (Eddy Determeyer, 8.1.13) - - [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |