Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Cd
Craig Taborn - 'Avenging Angel' (ECM Records, 2011)

Opname: juli 2010

De voorbije vijftien jaar heeft pianist Craig Taborn een indrukwekkend parcours afgelegd van nieuwkomer tot een van de meest gevraagde concert- en sessiemuzikanten van het moment, zeker binnen de experimentele vleugel. Je zou daarbij vergeten dat hij die reputatie bijna helemaal te danken heeft aan werk in dienst van anderen. Met 'Avenging Angel', zijn eerste plaat onder eigen naam sinds 'Junk Magic' (intussen al van 2004) staat hij voor het eerst helemaal alleen in de kijker. Dat werd tijd.

Taborn is een onwaarschijnlijk boeiende figuur, die zich naast verschillende muzikanten (en naar verluidt op meer dan honderd releases!) in de kijker wist te spelen, en dat op piano, orgel, Fender Rhodes en elektronica. Kreeg hij aanvankelijk een plekje bij James Carter toen die furore maakte, daarna stond hij aan de zijde van Roscoe Mitchell, Tim Berne en Dave Douglas. Veel meer nog dan andere hedendaagse pianisten als Jason Moran en Brad Mehldau is Taborn een artiest, die er zijn hand niet voor omdraait om in de meest uiteenlopende contexten aan de slag te gaan, van de taaie collectieve improvisatie van Mitchells Note Factory tot het moderne ensemblewerk bij David Binney en Michael Formanek. Bovendien is Taborn niet vies van de rockcultuur; hij nam een plaat op met Dave King (drummer van The Bad Plus) en Greg Norton (ex-Hüsker Dü) en kan als echte onvervalste metalhead een boompje opzetten over Voivod, Gorguts en Cryptopsy. Geen wereldvreemd conservatoriumproduct, dus.

'Avenging Angel' werd in Lugano (Zwitserland) opgenomen op één dag, onder de auspiciën van Manfred Eicher, het ECM-opperhoofd zelf. Natuurlijk draagt het label een dominante pianogeschiedenis met zich mee (denk maar aan het werk van Paul Bley en Keith Jarrett) en Taborns solowerk lijkt daar aanvankelijk bij aan te sluiten. Het album eenvoudigweg een jazzlabel opplakken zou het dus tekort doen, want net zoals de strakke vormgeving van de cd en de typische ECM-toets (inclusief een fenomenale sound) al doen vermoeden, valt 'Avenging Angel' eerder te situeren in een meer cerebrale hoek. De schijnbare afstandelijkheid en rigiditeit was ook wat ons aanvankelijk ervan weerhield om het album te omarmen, iets dat gelukkig veranderde naarmate het geabsorbeerd werd.

Het is dan ook een album dat intense en herhaalde beluisteringen vergt. Niet enkel omdat het een immense concentratie vraagt om een greep te krijgen op het uiteenlopende gamma van de stukken en de imposante techniek die de muziek stuurt, maar ook omdat het gaat om dertien tracks die allemaal improvisaties zijn. Hier en daar zijn er bij die duidelijk vertrekken van een welomlijnd idee: een interval, een herhalend motiefje (met het denderende titelnummer als beste voorbeeld). Andere zijn duidelijk ontstaan in het moment of gaan volledig op in een fascinatie met pure klank en textuur. Enerzijds krijg je daardoor een erg grillig en onvoorspelbaar verloop, omdat er geen overkoepelende werkwijze achter steekt, anderzijds blijft het daardoor enorm fascineren.

Grote stukken van het album blijven resoluut hangen in de wat strenge, meditatieve sfeer die je van ECM verwacht ('The Broad Day King' gaat meteen erg ingetogen van start), maar Taborn legt daarbij een boeiend parcours af, met in de Europese traditie gewortelde kamerjazz en knikjes richting moderne klassiek, minimalisme en avant-garde. Zo zijn 'True Life Near' en 'Forgetful' helemaal op maat van de liefhebbers van Satie, Winston of het solowerk van Mertens, en krijg je elders voldoende prikkels om de avonturiers tevreden te stellen, zoals in het krachtdadiger 'A Difficult Thing Said Simply' en het tweehandige friemelfestijn 'Spirit Hard Knock'. Mooist van al zijn echter afwisselingen tussen stukken als 'Glossolalia' (woelig, grillig, steeds ontglippend) en 'Diamond Turning Dream' (schraal, puur, kristalhelder) en het besef dat ze eenzelfde obsessie met klankbeheersing en -verkenning gemeen hebben.

Het is een fascinatie die Taborn naar eigen zeggen te danken heeft aan zijn leerperiode bij Mitchell, die hier uitgewerkt wordt in een voortdurend van een andere kant belichte verhouding tussen het ivoor, de hamers, snaren, klankkast en het sustainpedaal. Klanken worden met afgewogen kracht en subtiliteit gecreëerd en vrijgeleide gedaan, kunnen uitdijen, vergaan, contrasteren, en - vooral - een plaats zoeken in de stilte, want Taborn is een pianist die ruimte en stilte laat vallen, zonder daar een al te dramatische gimmick van te willen maken. 'This Voice Says So' wordt daardoor voorzien van een bijna sacrale schoonheid. Het resultaat is daardoor een fascinerende luisterervaring, soms etherisch en afstandelijk, maar net zo vaak meeslepend, prikkelend of gewoon uitnodigend om te oren te spitsen, bij voorkeur met een koptelefoon in de aanslag.

Deze recensie verscheen eerder op Goddeau.com

Meer horen?
Selecteer 'Music' op deze
ECM-player voor geluidsfragmenten van vijf tracks van deze cd: 'The Broad Day King', 'Avenging Angel', 'Gift Horse/Over The Water', 'A Difficult Thing Said Simply' en 'Forgetful'.

Labels:

(Guy Peters, 9.9.11) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.