Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Concert
Top avant-jazz met Phil Spector als producer

zondag 12 september 2010, Atomic + The Vandermark 5, Flux/S, Strijp-S, Eindhoven

Om het enige optreden van deze twee kanonnen uit de avant-jazz in de Benelux te zien, moesten we naar Eindhoven trekken, waar de avond het orgelpunt vormde van een vierdaags internationaal kunstenfestival waar poëzie, dans, videokunst, performance, muziek en nog veel meer aangeboden werd. Hoge ambities bij de organisatie, dus, en die hebben de optredens deels de nek omgewrongen.

"Nu weten we ineens hoe The Vandermark 5 zou klinken met Phil Spector als producer", lachte bandleider Ken Vandermark nadat het kwintet z'n kolossale opener ('Leap Revisited') gespeeld had. Nu ja, het had meer iets weg van een grimlach, want het was duidelijk dat de muzikanten niet bepaald onder de indruk waren van de akoestiek in het voormalige industriële pand. Het reusachtige gebouw, gelegen op de voormalige Philips-site, biedt ruimte genoeg voor allerhande kunstvormen, met een nadruk op installaties, maar er had blijkbaar geen mens bij stilgestaan dat akoestisch spelende bands niet op hun plaats zijn in betonnen ruimtes die vooral fungeren als galmbak.

De bands hadden tien uur gedaan over de reis van Noorwegen naar Nederland en daar viel bij het Amerikaanse kwintet eigenlijk weinig van te merken. Meer nog: de openingsaanval van cellist Fred Lonberg-Holm en drummer Tim Daisy behoorde tot het meest agressieve dat we al van de band hoorden, met een been in de noise en de blik op de toekomst gericht. Dit vlaggenschip van allrounder Vandermark was altijd al bij uitstek een vehikel dat aangewend werd om spanning te creëren tussen compositie en improvisatie, wat vooral sinds de komst van de cellist leidde tot extremere formele experimenten. Liet de vorige plaat ('Annular Gift') een band horen die meer dan ooit afstand nam van de (vrij) korte en gebalde composities, dan stak de band nu toch opmerkelijk energiek van wal.

Zowel 'Leap Revisited' als het erop volgende 'Second Phase' - een compositie die Vandermark opdroeg aan voorgangers uit Chicago (Braxton, Mitchell, Threadgill) en leermeester Julius Hemphill - teerden op gespierde passages, waarbij zowel collectief als in deelfracties straf uitgehaald werd. Zo was er in het tweede nummer, dat een verrassend sterke bluesfactor had, een indrukwekkende sax battle tussen Vandermark en Rempis. Afgesloten werd met 'Cadmium Orange' (van 'Annular Gift'), dat aantoonde dat 's mans composities steeds in beweging zijn. Misschien wel iets té, want het was duidelijk dat Daisy, vermoedelijk door de belabberde sound, moeite moest doen om bij de les te blijven. Het kon echter niet deren; The Vandermark 5 imponeerde met een (veel te) korte set.

Het Scandinavische Atomic (twee Zweden en drie Noren) had de reis blijkbaar minder goed verteerd, want na de verschroeiende openingssolo van trompettist Magnus Broo zakte het energiepeil erg snel en leek het even alsof de band niet helemaal op scherp stond. Opnieuw zal de sound er voor iets tussen gezeten hebben, want vooral drummer Paal Nilssen-Love, een krachtspeler die normaal voor de duur van een optreden in hogere sferen zit, liet duidelijk zijn ongenoegen blijken. Ook Atomic pakte slechts uit met drie composities (twee van pianist Håvard Wiik en eentje van rietblazer Fredrik Ljungkvist) en zorgde voor een verrassing. Was de band vroeger vooral een kruising tussen klassieke hardbop en free jazz - en dus veel sterker geworteld in de bekende Amerikaanse traditie dan The Vandermark 5 - dan viel daar nu weinig van te merken.

In alle songs waren er wel momenten waarop de band stukken inlaste met hecht samenspel dat suggereerde dat ze in staat zijn om eender welke jazzclub op z'n kop te zetten, maar daar werd aarzelend mee omgesprongen. In plaats daarvan werd gewerkt met drie verrassend complexe, zelfs hoekige composities, die een pak minder druk klonken dan wat we van hen gewend zijn. Elke muzikant wachtte geduldig zijn beurt af, waardoor het leek alsof er meer intern gecombineerd werd dan als kwintet samengespeeld. En opnieuw was het geluid de grote stoorzender; Wiik en bassist Håker-Flaten waren amper hoorbaar en Nilssen-Love, die er sowieso niet naast klopt, overstemde het hele zootje.

De band speelde avontuurlijk, waarbij Ljungkvist vooral veel interesse toonde in de mogelijkheden van zijn klarinet, maar leek nog niet helemaal zijn weg te vinden in de nieuwe composities, waardoor de spanning soms wat zoek was en het contrast met de doelgerichte performance van de andere band sterk opviel. Gelukkig werd het derde stuk afgerond met een intense, vurige finale die alsnog voldoening bood. Ook bij Atomic was de set met een goed half uur echter veel te kort.

Er was nog een potige improvisatie van Vandermark en Rempis met de ritmesectie en pianist van Atomic, een brok krachtpatserij die hard tekeer ging om uiteindelijk bij uitdovend gekwetter te belanden, maar daarna zat het er onverbiddelijk op. De ene band pakte uit met een lel van formaat, de andere verraste door dat net niet te doen. Het had een uitstekend evenement kunnen worden, maar door de beperkte duur van de sets (alles samen nog geen anderhalf uur muziek) en de bij momenten wanstaltige sound was dit toch een avond die je liever onder andere omstandigheden had meegemaakt.

Klik
hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

Deze recensie verscheen eerder op Goddeau.com

(Guy Peters, 25.9.10) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.