Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




North Sea Jazz impressies: Charles Lloyd Quartet
vrijdag 11 juli 2008, Ahoy, Rotterdam

De 70-jarige, in Memphis, Tennessee geboren Charles Lloyd vestigde zijn naam als saxofonist in de jaren 1966-68 met een kwartet bestaande uit pianist Keith Jarrett, bassist Cecil McBee/Ron McClure en drummer Jack DeJohnette. Het album 'Forest Flower' (Atlantic, 1966) geldt nog steeds als een jazzklassieker. Na een pauze van enige jaren keerde hij op verzoek van wijlen pianist Michel Petrucciani begin jaren tachtig terug in de jazzwereld. Maar de echte renaissance van Lloyd volgde in 1989, toen hij een contract tekende bij het vermaarde ECM-label, waarvoor hij tot nu toe een twaalftal over het algemeen sterke albums uitbracht.

In de Hudson-zaal trad hij aan met een zinnenprikkelend kwartet met louter topkrachten: pianist Jason Moran, bassist Reuben Rogers en drummer Eric Harland. Zij zorgden voor een fascinerend concert, dat echter van de bezoekers en de muzikanten het nodige aan doorzettingsvermogen, concentratie en zelfbeheersing vergde. De free jazz light van Lloyd (die soms heel zacht speelt) werd immers vaak danig verstoord door noise uit aanpalende locaties. Een jaarlijks terugkerend probleem voor de organisatie van het North Sea Jazz Festival, zo lijkt het.

Lloyd speelde afwisselend op tenorsaxofoon, altfluit en taragot (een houten enkel-riet blaasinstrument dat qua uiterlijk doet denken aan een klarinet, maar qua klank veel meer van een sopraansaxofoon weg heeft). Dat deed hij wervelend, met veel dynamiek in zijn toonzetting. Lloyd is zeker geen powersaxofonist; als een vlinder zoekt hij zijn weg met vloeiende, mesmerizing lijnen en spel dat soms lijkt te zweven. Zijn composities kennen een bepaalde onderkoeling en vluchtigheid in de uitvoering die fascineert. Ook ritmisch gezien is Lloyd een boeiende rietblazer; iemand die niet schroomt om middenin een saxsolo in een ballad plots een paar sprintjes te plaatsen.

Zijn medemusici leverden puik werk af. De kwaliteiten van Jason Moran hoeven geen betoog. Daarvan getuigen de albums onder zijn eigen naam die hij uitbracht bij Blue Note. Al heeft zijn spel soms Monkiaanse trekjes; hij heeft een eigen, gevarieerde stijl ontwikkelt, en schakelt moeiteloos van uitbundig en krachtig naar intimistisch. In zijn solo's zoekt Moran voluit het avontuur. Zo bouwde hij in een ervan een sculptuur van welhaast klassieke schoonheid, culminerend in een climax en verrassende stop, waarna het nummer weer op gang werd gebracht.

Harland is een allround drummer die van wanten weet. De manier waarop hij de reeds genoemde ballad inkleurde, zegt wat dat betreft genoeg. Zacht spelen, maar toch een veelheid van verschillende ritmische toepassingen brengen: dan ben je een hele grote. Rogers is een voortreffelijke bassist, die je om een boodschap kunt sturen; het ene moment brengt hij lekker groovend, speels en catchy spel, dan weer toont hij zich een invoelende en diepgravende storyteller, gehoor gevend aan wat de compositie van hem verlangt. De muzikanten verstonden zich onderling zeer goed, als een hecht op elkaar ingespeeld team.

Een sfeervol concert met een rijk geschakeerd palet aan klankkleuren. Maar de volgende keer laten wij het ons liever smaken in een wat rustigere ambiance...

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

(Maarten van de Ven, 22.8.08) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.