Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Concert
Onwezenlijk indringend

Bill Carrothers' Armistice 1918, donderdag 8 mei 2014, De Singel, Antwerpen

Met alle aandacht die momenteel naar het herdenken van de Grote Oorlog gaat, lijkt Bill Carrothers' Armistice 1918 een project met een bijzonder strakke en lucratieve timing. Toch dateert de cd van het project al van tien jaar geleden. Gelukkig bleek de tijd (opnieuw) geen vat te hebben op straffe muziek en werd het voorlopig laatste jazzconcert in De Singel er een om bij naar adem te happen.

De opzet van Bill Carrothers' Armistice 1918 is even eenvoudig als verraderlijk. Met een septet speelt Carrothers overwegend Amerikaanse songs die ten tijde van de Eerste Wereldoorlog in zwang waren. Het gevaar van een 'Tijd van Toen'-jukebox ligt daarbij uiteraard op de loer, maar de pianist en zijn collega's lichtten de soms erg bekende stukken uit hun hengsels, waardoor ze vehikels werden voor een verbluffende muzikale en sferische trip, die even eigenzinnig als emotioneel geladen bleek te zijn.

Het concert zette in met 'There’s A Long, Long Trail A Winding', als vocaal duet gebracht tussen Bill Carrothers en zijn echtgenote Peg. De zoete harmonisatie rolde de rode loper uit voor nostalgische romantiek, althans voor een minuut, want meteen daarna trok Carrothers op pad voor het verhaal dat hij wilde vertellen en daarin was weinig plaats voor feel good vibes. De ragtime 'Hello Ma Baby' werd ritmisch, harmonisch en qua vorm gedemonteerd: niet met de botte bijl, maar zoals Monk dat zou kunnen hebben gedaan. Het zo maar aan flarden rijten van het materiaal was er niet bij. Carrothers behield het overzicht en de controle, waarbij hij de originele compositie dissonant door elkaar haalde, maar zoals steeds ver weg bleef van de opzichtige clusters of macho uithalen. In plaats van daarvan serveerde hij een heel persoonlijke lyriek, die niets te maken had met zeemzoetigheid, maar perfect op de grens liep tussen dissonantie en herkenbaarheid.

'Let Me Call You Sweetheart' begon als een charmante, volkse wals, maar trad geleidelijk aan buiten de harmonische oevers om er later tijdens een verstild duet tussen Carrothers en basklarinettist Jean-Marc Foltz in terug te trekken. Van een echt doordacht arrangement was aanvankelijk weinig sprake. De ritmesectie van dienst (met Dré Pallemaerts op drums en Drew Gress op bas), aangevuld met percussionist Jay Epstein, cellist Matt Turner, Foltz en het echtpaar Carrothers leende zich daar wel toe, maar de bandleider zette zijn collega's aanvankelijk in als solisten, met uitzondering van Epstein, die met allerlei kleine materialen (cimbaaltjes, belletjes, houten blokjes, buisklokken of metalen ringen en platen) eerder als kleur dan als ritmische speler actief was.

Echt donker werd het in 'A Call To Arms', waarbij de cello van Turner mee deed in het koppig herhaalde ritme waarop het hele stuk gebaseerd was, meteen een eerste opstoot van ideeën in het arrangement. Opvallend genoeg keerde daarna het licht even terug in de gedaante van Peg Carrothers' kristalheldere stem, onder andere voor 'America, I Love You', dat in een fragiel trio van stem, piano en cello gebracht werd. Toch bleef de sfeer van het concert trouw aan de lading die het door de vorige stukken gekregen had. De ketting van soms stevig bewerkte songs zorgde voor een onwezenlijke sfeer, zoals het begin van de Eerste Wereldoorlog ook moet geweest zijn: een bizarre mengeling van optimisme, avontuur en dreiging.

Met het zwellende geluid van 'I’m Afraid To Come Home In The Dark' werd het eerste deel van het concert naar een sonoor hoogtepunt gestuwd om verstild en door Carrothers alleen neergelegd te worden in het traag walsende 'Till We Meet Again': van aangekondigde dramatiek naar een speeldoosachtige naïviteit, zonder dat de spanningsboog verloren ging. Het was maar afwachten wat het tweede deel van het concert daar nog aan zou kunnen toevoegen.

Visueel in elk geval niet veel, want de montage van foto's, teksten en gedichten die achter de muzikanten getoond werd en die in het eerste deel al meerdere rondjes gedraaid had, bleef ook in het vervolg gewoon doorlopen. Jammer, maar muzikaal zette Carrothers gelukkig wel een volgende stap. Bleven in het eerste deel de melodieën dominant, na de pauze haalde Carrothers haast alle comfort uit de muziek, zoals de oorlog alle heroïek, avontuur en romantiek verloor voor een jaren aanslepende mengeling van verveling, ontbering en dood.

De muziek leek te ontbinden tot louter een spel van abstracte klanken. Hier nog even een marsritme, daar nog een wals ('Rum Ration'), maar de glans werd er bewust afgehaald. Nog meer dan ervoor werd de luisteraar teruggeworpen op de realiteit van de oorlog, ver weg van het Hollywoodiaanse heldendom, recht in het hart van de weinig tot dromen aanzettende realiteit. Wanneer er nog wel even wat herkenbaar melodisch materiaal aan te pas kwam, verscheen dat in verbleekte gedaante, alsof de wereld van de soldaten alle felle kleuren verloren had en het moest stellen met vergeelde tinten.

Door minder te doen voerde Carrothers de luisteraar steeds verder mee in een oorlog die in plaats van onwezenlijk absurd geworden was, waarbij zelfs lachen van loutere zenuwachtigheid geen optie meer was. Ook naar het einde koos Carrothers niet voor het grote gebaar, maar nam hij de luisteraar mee in een wereld van details en emotionele lading die culmineerde in verstikkende versies van 'Keep The Home Fires Burning' en 'I Didn’t Raise My Boy To Be A Soldier', waarna enkele laatste dreunen van de buisklokken de wapenstilstand bezegelden.

Deze recensie verscheen ook op Kwadratuur.

Labels:

(Koen Van Meel, 3.6.14) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.