Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Nels Cline Singers - 'Draw Breath' (Cryptogramophone, 2007)

Het bijft me verbazen dat cd's op dag één van hun officiële verschijning al op Emusic.com te downloaden zijn, tegen een fractie van de prijs van de cd in de winkel. Ik neem aan dat de platenmaatschappijen hier wel hun voordeel uit zullen halen, anders zouden ze het niet doen. Voor de muziekfan is dit wel een plezier, zeker als ze niet in de Verenigde Staten wonen, want de beschikbaarheid van nieuwe cd's laat in Europa soms te wensen over: maanden, zo niet een jaar later, als ze hier al worden verdeeld. Deze is er één van, net als vele van mijn cd's overigens.

Nels Cline hoeft nog amper voorgesteld te worden: hij is de gitarist van de populaire Chicago-rockband Wilco, maar daarnaast heeft hij nog een hele reeks albums op zijn actief, met zijn eigen bands, maar ook met anderen, zoals met zijn broer, de drummer Alex Cline, of ook nog zijn onvolprezen ode aan John Coltrane's 'Interstellar Space' met Greg Bendian.

Op dit album speelt hij samen met de bandleden van zijn Nels Cline Singers, hoewel er geen noot gezongen wordt: Devin Hoff op bas en Scott Amendola op drums. Dit is een modern jazzgitaartrio, met heel wat rockinvloeden, en het trio schrikt er niet voor terug om er hard tegenaan te gaan. Recht voor de raap, rechtoe-rechtaan, maar zonder te vervallen in de eindeloze masturbaties van beginnende gitaristen. Nee, hier wordt muziek gemaakt, met visie, met composities, met ritmewisselingen.

De cd begint traag en dreigend met 'Caved-in Heart Blues', zachte harmonische gitaarakkoorden ondersteund door enkel de basdrum, halverwege het nummer aangevuld met de bas die overneemt, vervolgens akoestische gitaar en dan komt uit de verte een scheurende blues-gitaarsolo, met de reverb- en chamberknoppen voluit opengedraaid, terwijl de bas arco verder ondersteunt en elektronische geluiden opkomen en weer wegvallen. Gitaartrio? Inderdaad, maar met meer dan één gitaar in overdub en elektronica waar nodig.

Maar dan eindigt de melancholie. Het tweede nummer begint meteen met jagend, nerveus jazzy zoekend gitaarwerk, met tegenritmes vanuit bas en drums. Cline is inventief, verrassend, valt bijna nooit terug op automatische piloot. Het derde nummer begint als een echt rocknummer zonder vocalen, maar kalmeert dan om de vloer aan Hoff te laten met zijn arco bas, om daarop een vernietigende solo te geven waarvoor menig heavy metal-fan zijn luchtgitaar zou bovenhalen. Maar Cline zou Cline niet zijn als hij het niet abrupt afbrak voor wat zacht getokkel, om er dan weer een lap op te geven met de ganse band. En het blijft niet allemaal verschroeiend; er zijn ook nogal wat avant-garde dissonante stukken, zonder ritme of melodie, soms wat echte fusion, maar evengoed het zachtere tokkelwerk: alle genres kun je horen.

Deze band doet het allemaal, ze doen het knap en ze hebben er verdomd plezier in, en vooral doen ze het binnen één muzikaal concept; er is geen nummer bij dat niet bij de rest van het album hoort. Sterk!

Labels:

(Stef Gijssels, 25.2.08) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.