Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Eigenzinnige en authentieke Andrew Hill opteert vastberaden voor het avontuur
vrijdag 19 mei 2006, Bimhuis, Amsterdam

Ernstig ziek of niet, pianist Andrew Hill laat zich er niet al te zeer uit het veld door slaan en bouwt zijn imposante levenswerk almaar verder uit. Zo bracht hij onlangs op zijn oude liefde Blue Note, het label waarop onder auspiciën van producer/Hill-fan Alfred Lion in de jaren zestig een reeks klassieke albums van hem verschenen, de uitstekende cd 'Time Lines' uit. Daarop zijn ook trompettist Charles Tolliver en rietblazer Greg Tardy te horen, die in het Bimhuis helaas niet aanwezig waren. Hun vervangers Byron Wallen en Jason Yarde (lid van de Andrew Hill Big Band) mochten dan nog zo capabel zijn, ze konden Tollivers authenticiteit en Tardy's virtuositeit niet doen vergeten.

De kwaliteit van Hills composities - in combinatie met een uitstekend op elkaar ingespeelde ritmesectie (bassist John Hebert en drummer Eric McPherson) - zorgden evengoed voor een uitermate prikkelend programma, vol ritmische mijnenvelden, unisono gespeelde extended thema's, dissonant schurende harmonieën en sterke melodische cues. Zijn arrangementen vervlechten verschillende ritmes en combineren sferen en elementen uit hard bop, klassieke muziek (zoals fugatische fragmenten en sonatino intro's) en avant-garde. Zijn voorkeur helt veelal naar een impressionistische Muziek die veel vraagt van zowel muzikant als luisteraar, maar tevens een rijkelijk lonende en louterende ervaring teweegbrengt.

De speelstijl van Andrew Hill wordt vaak vergeleken met Thelonious Monk (een 'hakke-lende' ritmiek met veel intervallen), maar kan net zo makkelijk worden afgezet tegen iemand als Cecil Taylor; ook Hill soleert vanuit een vrije, onbegrensde state of mind, zodat het soms lijkt alsof hij met een compositie binnen een compositie bezig is. In zijn begeleiding is hij summier, maar trefzeker. Zijn chime-achtige blokakkoorden klinken imposant. Door het aanslaan van twee naast elkaar liggende noten creëert hij dat wringende in zijn pianospel, dat vaak gedrenkt lijkt in een impressionistische, melancholieke sfeer.

Freddie Hubbard-lookalike Wallen, die les kreeg van onder meer Jimmy Owens, Donald Byrd en Jon Faddis, moest kennelijk even wennen aan deze muzikale setting, want zijn eerste solo was eclectisch en zoekend. Daarna kwam hij beter in vorm met zijn compact klinkend trompetspel vol bravoure. Yarde toonde zich een soepel spelende en zelf-verzekerde saxofonist, altijd in command op zowel alt- als sopraansax. Zijn fraai getoonzette solo's waren doorgaans boeiender dan die van Wallen en op een speels-sprankelende wijze vrij.

Opvallend was het empathische drumwerk van McPerson. Op zijn fraai getunede drumstel imponeerde hij met streaming multigelaagd slagwerk, subtiel gebruik van bekkens en een smaakvol opgebouwde drumsolo vol interessante patronen, die soms aan de polyritmiek van Elvin Jones deden denken. Evenals McPherson speelt bassist Hebert ook al jaren samen met Hill, en dat deed zich gevoelen in zijn verzorgde, warm klinkende spel. Zeer geconcentreerd, intens en vaak met snelle lijnen zorgde hij voor een gedegen basis.

Imponerend was ook het gloomy slotakkoord van de avond: een welhaast sacrale toegift. McPhersons accentuerende mallets. Wallen en Yarde's door elkaar kringelende lijnen. Alsof Hill een overdenking op muziek had gezet. Wonderschoon.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

(Anoniem, 9.6.06) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.